Refereren en referentie-stijlen

refereren en referentie-stijlen FAQ

Refereren, vaak in een door de faculteit bepaalde referentie-stijl, is cruciaal om plagiaat te voorkomen en om de veronderstelling en argumenten die je maakt beter nazoekbaar te maken. Dit geldt voor zowel de ‘in-tekst’ referenties als het totaaloverzicht aan het eind wat voor de bronvermelding, referentielijst of bibliografie wordt genoemd.

Je kunt op verschillende manieren om het werk van andere onderzoekers in je eigen scriptie verwerken zonder plagiaat te plegen. Dit artikel probeert door middel van een FAQ zo efficient mogelijk inzicht te geven op de volgende veelgestelde referentie vragen:

  • Wanneer moet ik een referentie gebruiken?
  • Wanner is het niet nodig om te refereren?
  • Hoe vaak moet ik refereren?
  • Hoe refereer ik naar een bron die onvindbaar/ontoegankelijk is?
  • Hoe refereer ik naar een fragment met een referentie erin?
  • Hoe refereer ik bij vertalingen?

Wil je juist meer weten over hoe je dit kunt automatiseren? Lees dan ons vergelijkings artikel over de twee meest gebruikte referentiemanagers. Of bekijk onze artikelen over ghostwriters of het laten schrijven van je scriptie en hoe dit zich verhoudt tot plagiaat.
Werk je aan zelf aan een essay? Bekijk dan ons volledig stappenplan voor het schrijven van een essay.

FAQ refereren en referentie-stijlen

Wanneer moet ik een referentie gebruiken?

1. Je refereert naar alle informatie waarvan je gebruik hebt gemaakt. (Dit betekent ook dat je refereert naar niet-tekstuele bronnen, zoals afbeeldingen, structuren, plannen en ontwerpen. Je refereert ook naar niet-wetenschappelijke bronnen, zoals telefoongesprekken, interviews indien je deze gebruikt. Je refereert ook naar bronnen die niet toegankelijk zijn voor lezers, zoals interne bedrijfsrapporten en documenten op het intranet als je deze gebruikt. Onder gebruiken verstaan we bijv het aanhalen, paraphrasing of citeren).
2. Je verwijst enkel naar bronnen die je zelf hebt kunnen raadplegen.
3. Je voegt geen bronnen toe aan je bibliografie die je niet hebt geraadpleegd.

Wanner is het niet nodig om te refereren?

1. Je hoeft geen referentie te maken naar informatiebronnen als je een algemeen bekend feit beschrijft. (De vraag blijft dan natuurlijk wat je precies als een algemeen bekend feit beschouwt. Bij twijfel kun je beter het zekere voor het onzekere nemen en een referentie toevoegen).
2. Je hoeft ook niet te refereren als de informatie origineel is: wanneer je zelf en voor het eerst nieuwe gegevens verzamelt, een conclusie trekt, een originele hypothese of interpretatie formuleert, of een eigen denkspoor ontwikkelt.
Let op: gebruik je eerder ingediend of eerder gepubliceerd werk van eigen hand, dan moet je refereren naar je eerste werkstuk. Er is namelijk ook zoiets als ‘zelf-plagiaat’, als is dit voor studenten vaak minder van toepassing).

Hoe vaak moet ik refereren?

Je refereert naar je bron wanneer deze aan bod komt in je tekst. Indien mogelijk direct na het gegeven dat je haalt uit de bron. Dus je referentie kan in het midden of aan het einde van een zin vallen. Komt de bron meerdere keren in één alinea voor, dan vermeld je de bron zowel in de eerste als in de laatste zin van deze alinea.

Hoe refereer ik naar een bron die onvindbaar/ontoegankelijk is?

Het kan voorkomen dat je geen toegang hebt tot artikelen of dat deze onvindbaar is. In dat geval moet je naar de bron verwijzen via een bron die naar deze bron refereert. Dit is een ‘indirecte verwijzing‘.
Let op: de verwijzingsmethode verschilt sterk per referentiestijl. Het is beter indirect verwijzingen echt volledig te proberen te vermijden. Wellicht kun je een andere bron vinden met dezelfde informatie, en deze gebruiken in plaats de onvindbare.

Hoe refereer ik naar een fragment met een referentie er in?

Als je naar een citaat of fragment wilt verwijzen dat zelf al een referentie bevat:
In deze situatie is het het best om de oorspronkelijke (‘dus de oudste’) zelf te gebruiken, en naar deze te refereren (en ook hier zoals voor alle referentie geldt, zowel in tekst als in de referentie-lijst). Als het citaat/fragment waar de referentie in zat (dus het minder oude artikel) toch een interpretatie of inzicht bevat dat je wilt gebruiken, neem dan deze ook op in je referenties.

Hoe refereer ik bij vertalingen?

Je hoort te refereren naar de originele bron. Je kunt ervoor kiezen een letterlijke vertaling tussen aanhalingstekens te plaatsen gevolgd door de referentie. Een andere optie is originele tekst samen te vatten in de eigen taal en dan naar de originele tekst te refereren. Let hier er wel bij op dat elke referentie-stijl hier bepaalde eisen aan stelt. Voor korte zinnen is het samenvatten natuurlijk minder gepast, en vaktermen kunnen vaak het best onvertaald blijven.

Hoe vind ik überhaupt de juiste artikelen?

Een eerste stap kun je maken door simpelweg google scholar te gebruiken. Dit is een super simpele gebruikersvriendelijke zoekmachine voor wetenschappelijke artikelen. Wil je een stapje verder gaan lees dan ons artikel over het maken van een online bronnenonderzoek stappenplan voor je scriptie of essay.

De adviezen en richtlijnen hier beschreven zijn gebaseerd op een combinatie van die van de Universiteit Utrecht (UU) en de Katholieke Universiteit Leuven (KUL). Ben je ervan bewust dat deze lichtelijk kunnen verschillen per instituut, per faculteit en per gekozen referentie-stijl. Vaak heeft je opleidings-instituut een eigen overzicht met meer gedetailleerde tips omtrent plagiaat, copyright en refereren en bronvermeldingen dat je kunt raadplegen bij twijfel.